Voeding.

 Alles over de voeding:
Over dit onderwerp wordt vaak te makkelijk gedacht. Voor veel mensen is een tonnetje visvoer van een paar gulden voldoende voor hun vissen. Dit is een veel gemaakte fout. Zeker bij koi is goede voeding van groot belang. Veel 'bekende' vijvermerken produceren slecht visvoer. Voer met weinig vitamines en mineralen, maar met een
hoge mate van maagvulling. Slecht voor de vissen dus. Het verschil in kwaliteit in visvoer is op den duur goed te merken. Niet alleen groeien de koi harder, maar ook zullen ze mooier en helderder van kleur zijn en zullen ze zich merkbaar prettiger voelen in de vijver. Bij slecht voer zullen de koi vet worden, wat zeker de levensduur zal verkorten.

 Een andere veel gemaakte fout bij beginners is het overvoeren. Koi zijn altijd hongerig. Als regel wordt gegeven, dat je zoveel voer moet geven als de koi in ongeveer 10 minuten opkunnen. Schep het overgebleven voer daarna uit het water. Doet je dit niet dan kan je de vissen overvoeren of het water vervuilen, met als gevolg een slechte waterkwaliteit, bijvoorbeeld een te hoge dosis ammoniak en nitriet.
Het is beter de vissen een aantal malen wat minder voer te geven, dan 1 maal een grote hoeveelheid. Vissen hebben tenslotte geen maag en kunnen dus niet veel voer tegelijk verteren.

Regelmaat:
Probeer de koi altijd op dezelfde tijd en plaats eten te geven. Naar verloop van tijd zullen ze je al opwachten voor het eten. Hierdoor kan je ze tevens tam maken en ze uit de hand laten eten. Wat in Japan vaak wordt gebruikt is het slaan op een gong voor het voeren. Wordt er naar verloop van tijd op de gong geslagen, dan zullen de koi automatisch toesnellen voor hun maaltijd.
Normaal eten koi van de bodem, maar om twee redenen heeft men juist drijvend voer ontwikkeld;
1. Doordat de vissen omhoog moeten komen om te eten, kan men ze goed bewonderen en eventueel controleren op ziektes of verwondingen.
2. Doordat het voer blijft drijven kan men goed zien hoeveel er gegeten wordt en door wie. Eet een bepaalde vis niet of niet goed, dan kan dit duiden op een ziekte.

Bij warm weer is het verstandig de koi tweemaal per dag te voeren. 's Morgens een licht verteerbaar voer met veel koolhydraten en 's middags een voer met meer eiwitten. Bij koud weer is het zeker aan te bevelen een licht verteerbaar voer te geven zoals 'wheat germ' (tarwekiemen), omdat de spijsvertering op een laag pitje staat. Onder de 10 graden Celsius mag niet meer gevoerd worden. De vissen zullen bij deze temperatuur hoogst waarschijnlijk wel eten, wanneer gevoerd zou worden, maar dit kan de dood van de vis betekenen. De lichaamtemperatuur van een vis is ongeveer 1 graad hoger dan de watertemperatuur. In de winter als de vijver bevroren is, is de temperatuur onderin (mits een juiste diepte van minimaal 1 meter) ongeveer 4 graden Celsius. Bij deze temperatuur verteren de vissen geen voedsel meer.

Algemeen:

Het voedsel bestaat uit verschillende stoffen zoals eiwitten, vetten, koolhydraten, vitamines en mineralen. Al deze stoffen moet de vis binnenkrijgen voor een gezond leven. Het is dan ook noodzakelijk dat u een uitgebalanceerd voer koopt met al deze stoffen erin.


Hier volgt een korte beschrijving van de verschillende stoffen:

Eiwitten.
Eiwitten bestaan uit aminozuren. In totaal 20, maar 13 ervan zijn zeker van belang. Deze aminozuren zorgen voor de groei, het herstel van beschadigd weefsel en de produktie van eitjes of zaad. Een tekort aan aminozuren en dus eiwitten verstoord de groei van de koi. Als dit een lange tijd het geval is kan het een vergroeiing van de ruggegraat veroorzaken.

Vetten.
Dit zorgt voor een groot deel voor de energie. Een koi kan zowat alle soorten vetten zelf aanmaken behalve linolzuren. Deze moeten dus is het voer aanwezig zijn. Linolzuren zorgen voor de groei. Als in het voer bepaalde vetzuren ontbreken, kunnen problemen ontstaan met het hart en de lever. Vetten hebben een laag smeltpunt en kunnen dus makkelijk door de koi worden verteerd. Vetten zitten o.a. in visolie, sojaolie en maisolie, en in tarwekiemen. Vetzuren oxideren wanneer ze worden blootgesteld aan zuurstof. De vetten worden vooral opgeslagen in de lever bij de koi. Als ze oud voer krijgen kunnen ze daar ziek van worden en zelfs aan sterven. Koop daarom niet al te grote voorraden voer die daardoor verschillende jaren in de kast staan.

Koolhydraten.
Ook koolhydraten zorgen voor energie, maar koi zetten ze minder snel om dan allesetende vogels of zoogdieren. Te veel koolhydraten kan beschadiging van de lever veroorzaken. Het kan tevens zorgen voor een enrome opslag van deze stoffen in de vorm van glycogeen, wat een hartstilstand kan veroorzaken.

Vitaminen.
Deze zijn van groot belang voor de normale stofwisseling en groei van de koi, vooral in de paaitijd. Vitamines hoeven maar in kleine heoveelheden aanwezig te zijn in het voer, maar mogen zeker niet ontbreken. Er zijn twee soorten vitamines; een soort die in water oplost en een soort die in vet oplost. De laatste soort wordt langzaam omgezet door de vis en wordt opgeslagen in het lichaamsvet. Een gebrek aan vitamines zal niet snel voorkomen.

Mineralen.
Deze hebben verschillende functies. Ze zorgen o.a. voor de opbouw van het geraamte, osmoseregulatie, de opbouw van zenuwen en het in stand houden van de gaswisseling in het bloed. De meeste mineralen worden opgenomen uit het water. Ongeveer 12 procent van het water bestaat uit mineralen.

Informeer voor het kopen van een voersoort duidelijk of het voldoende van de bovenstaande stoffen bevat. Dit voorkomt een hoop problemen. Koop liever een wat duurder goed uitgebalanceerd voer met voldoende voedingsstoffen. Het genezen van ongezonde vissen achteraf kost immers veel meer. Kijk bij het kopen ook niet naar het volume van het voer maar naar het gewicht. Enkele voorbeelden van soorten voer zijn koistaafjes, kleurversterkende korrels, tarwekiemkorrels (winter), vlokvoer, vijverstaafjes, eiwitrijke korrels (zomer) en voedingskorrels.
Ze zijn er voor elke maat koi (Baby- mini- medium- en large-pellet.) Voer van uitstekende kwaliteit is bijvoorbeeld het Japanse merk Hikari (zonder hiervoor nu reklame te willen maken).

Levend voer:

  Veel koi liefhebbers gebruiken levend voer. Dit natuurlijke voedsel heeft een grote voedingswaarde en als bijkomend voordeel dat het organismen zijn, die als ze niet worden opgegeten, het water nier vervuilen. Mocht u overstappen op levend voer, zorg dan wel voor een grote mate van afwisseling om een gebrek aan bijv. vitamines en aminozuren te voorkomen. Hieronder volgt een lijst van geschikt levend voer:

1. Regenwormen.
Dit voer is makkelijk te verkrijgen. Veel mensen zullen wel eens wormen hebben gestoken, voor bijvoorbeeld het vissen. Het is ook mogelijk zelf regenwormen te kweken door ze in een houten kist met aarde te doen. Geef ze plantaardig voedsel als aardappelschillen en koolbladeren. Snij de wormen wel in stukken voor het voeren.

2. Watervlooien.
Latijnse naam is 'Daphnia'. Dit zijn kleine kreeftachtigen. Ze zijn in de zomer in beken en sloten te vinden, maar het is zeer af te raden deze te gebruiken als voer. De kans is zeer groot dat je ook ziektes en ongedierte in de vijver brengt, zoals parasieten of een geelgerandde waterkever. Beter is het om watervlooien bij een vijver- of aquariumspeciaalzaak te halen. Voor een paar gulden heb je een zak vol. Voor dat geld moet je het risico niet nemen.
Watervlooien zijn echt een lekkernij voor de vissen. Ze zullen dan ook als een gek te keer gaan bij het ontdekken van de vlooien in het water.

3. Tubifex.
Dit zijn in het water levende wormpjes die felrood zijn en maximaal 5 cm lang zijn. Ook dit is een lekkernij voor de koi. Het is in de vijver- en aquaruimspeciaalzaak te krijgen. Ook bij dit voer is het verstandig voer van onbekende afkomst te vermijden. Tubifex is eventueel wel schoon te maken door het enkele dagen in schoon water te bewaren, waardoor de ingewanden zijn geleegd.
Tubifex kan in leven worden gehopuden in een ondiepe schaal met water.

4. Rode muggelarven.
Deze larven van de dansmuggen zijn net als Tubifex rood. Ze zijn te herkennen aan de typische zijwaartse manier van zwemmen. Ze worden ongeveer 12mm. Dit wordt als hoogwaardig voer beschouwd, maar ook hiervoor geldt dat één soort levend voer te eenzijdig is voor koi.

5. Zwarte muggela.
Dit zijn de larven van de steekmug. Deze zijn vooral in de zomer te vinden in stilstaand water. Ze ademen door het achtereind van hun lichaam en hangen ondersteboven aan de waterspiegel. De lengte is ongeveer 1 cm. Ze zijn zelf te vangen met een fijn schepnet, maar pas ook hier op met ziektes.

6. Witte muggelarven.
Dit zijn larven van de kriebelmug en worden ook wel glaslarven genoemd. Ze drijven horizontaal in het water en maken sprongachtige bewegingen. Ze worden ongeveer 1cm lang en zijn zeer geliefd bij de meeste soorten vis.

7. Waterpissebedden.
Deze lijken op de normale pissebedden die we kennen uit de tuin. Dit type komt voor in stilstaand en stromend water. Koi vinden dit erg lekker, voornamelijk de grotere koi die geen problemen hebben met het harde rugschild van de pissebed.

8. Kikkervisjes.
De eitjes van kikkers zullen zeker niet met rust gelaten worden door de koi. Ze vinden ze heerlijk. De kikkervisjes van padden laten ze echter wel met rust.

Andere opties:
Kokkels (veel eiwitten), poppen van zijderupsen (beperkt i.v.m. suikerziekte-aandoening), bloedwormen,

Alle levende voedingssoorten moeten alleen als aanvulling worden gezien op het normale voer.

Geef de koi geen maden, omdat deze schadelijke bacteriën van rottend vlees kunnen overbrengen.

Planten.
Koi lusten ook diverse plantensoorten, zoals zuurstofplanten. Bij voldoende voer zullen ze echter wel van de planten af blijven. Oeverplanten en lelies eten ze niet ook al zullen ze wel tussen deze planten wroeten op zoek naar eten. Door de kracht van de koi kan het wel voorkomen dat er eens een plantenmandje op de bodem van de vijver wordt gegooid door een koi.

Iroage.

Deze manier van voeren heeft vooral betrekking op de perfectionering van de kleuren van de koi. Door de vissen op een bepaalde manier te verzorgen en ze speciaal voer te geven, wordt de pigmentontwikkeling bevorderd.

Dit kunnen o.a. gedroogde garnalen en algen zijn, zoals 'Chlorella' en 'Spirulina platnesis'. Pas met Chlorella wel op, want worden de voorgeschreven hoeveelheden overschreven, dan kan het wit van de koi een rode gloed gaan krijgen. Dit risico is niet aanwezig bij Spirulina platnesis. Deze alg komt oorspronkelijk uit Mexico en werd gegeten (ook door de mensen) omdat ze een grote hoeveelheid eiwitten bevatten. Later bleek pas dat het een kleurversterkende werking had. Meestal wordt dit voer in de zomer gegeven voor de periode van een maand.

Bruin brood.
Ik noem hier niet brood in het algemeen, omdat wit brood een kleine hoeveelheid bleekmiddel bevat wat totaal niet goed voor de koi is. Maak van het brood kleine bolletjes die door elke maat koi gegeten kunnen worden.

Sla.
Sla is een lekkernij voor de koi. Bij grote koi is het voldoende om een complete krop in de vijver te gooien. Ze trekken er zelf bladeren van af. Zitten er ook kleinere exemplaren in de vijver, versnipper de sla dan eerst.


Garnalen.

Koi zijn verzot op garnalen. Het is helaas wel een duur voer voor de vissen, en moet dan ook als een extra-tje worden gezien. Vooral hele garnalen zijn goed, omdat de schaal rode pigment bevat dat de kleur van de koi versterkt.