Uitleg voeding.
Voeren en het groeitempo.
Het voedingspatroon/groeitempo hangt bij koi af van veel factoren zoals de temperatuur van het water, waterkwaliteit, de hoeveelheid vissen in de vijver en de genetische achtergrond. Koi zijn het meest actief bij watertemperatuur boven de 15 graden. Seksueel onvolgroeide vissen kunnen 's zomers dus flink groeien. Als de koi eenmaal volgroeid is zakt zijn groeitempo aanzienlijk. Bij seksueel volwassen vissen wordt het meeste voedsel gebruikt voor productie van eitjes of sperma. Vissen blijven hun hele leven doorgroeien; hierin verschillen ze van de meeste gewervelde diersoorten. Het is gemakkelijk voor goedverzorgde koi om zich voort te planten en te blijven groeien, omdat ze op kunstmatige wijze van veel voedsel worden voorzien. Doordat de koi 's zomers snel groeien en 's winters minder snel, komen er ringen om de schubben (vergelijkbaar met de jaarringen bij bomen). Door deze ringen te tellen kan men zien hoe oud een koi is. Er zijn ook koibezitters die hun vijver 's winters verwarmen en hun koi het hele jaar doorvoeren. Als een koi ook 's winters voedsel heeft gekregen, zullen de ringen minder zichtbaar zijn,waardoor de leeftijd van de koi minder gemakkelijk te bepalen is. Het groeitempo wordt beïnvloed door de kwaliteit van het water. Een slechte waterkwaliteit kan ook van invloed zijn op de stofwisseling bij de koi. Voedsel wordt dan minder goed verteerd. De hoeveelheid koi in de vijver kan ook een duidelijke rol spelen in het groeitempo van de koi. Wanneer er niet zo veel koi in een vijver rondzwemmen, zullen de koi seksueel volwassen worden wanneer ze nog betrekkelijk klein zijn (25-30 cm); als ze eenmaal volwassen zijn, groeien ze niet meer zo snel. Wanneer er veel koi in een vijver rondzwemmen, zullen ze later seksueel volgroeid zijn (50-60 cm), maar het groeitempo zal vertraagd worden doordat er veel concurrentie is op het gebied om voer te krijgen. Het voer is minder overvloedig aanwezig en sommige koi kunnen gestrest raken door de strijd om het voer. Zelf zal u moeten beslissen hoeveel koi u maximaal wilt. Ook de genetische achtergrond bepaalt hoe groot de koi zullen worden. Ook de omgeving speelt bij de groei een zeer bepalende rol. Koi worden het meest beïnvloed door de temperatuur van het water. Koi zijn ectothermisch (d.w.z. hun lichaamstemperatuur wisselt met de temperatuur van hun omgeving en ligt meestal 1 graden hoger. Bij een dalende temperatuur kan de koi minder voedsel opnemen en verteren. 's Winters,wanneer de temperatuur onder de 10 graden komt, is het een goed idee om de koi voer te geven waar granen in verwerkt zijn. Eiwitrijk voedsel blijft langer in de darm en kan voor ernstige problemen zorgen. De bacteriën in de darm die nodig zijn om moeilijk verteerbare stoffen af te breken (bijv.cellulose)kunnen giftig worden als voedsel te lang in de darm blijft zitten. Als de temperatuur van het water stijgt, hebben de koi echter eiwitten nodig voor de groei, voor het herstel van beschadigd weefsel en verwondingen, voor de voortplanting. 's Zomers hebben koi eiwitrijk voedsel nodig met 35 tot 40% vismeeleiwitten.
Samenstelling van voedsel.
Voedsel bestaat uit verschillende elementen zoals eiwitten, vetten, koolhydraten, vitaminen en mineralen. Deze stoffen zijn voor alle dieren van levensbelang om het lichaam gezond te houden,te groeien en voort te planten.
Eiwitten:Bestaan uit aminozuren. Visvoer moet 13 essentiële aminozuren bevatten. Goed voer bevat voldoende essentiële en niet essentiële aminozuren die ervoor zorgen dat de koi groeit, dat beschadigd weefsel wordt hersteld en dat de koi eitjes of sperma produceert. Een tekort aan eiwitten of aan essentiële aminozuren leidt tot een stagnatie in de groei. Als dit voedselprobleem blijft bestaan, kan het resulteren in een vervorming van de ruggengraat.
Vetten:Vormen een bron van energie. Koi kunnen bijna alle vetzuren produceren die ze nodig hebben, uitzondering van linolzuren, die ze juist via het voer binnen moeten krijgen. Linolzuren zijn nodig voor de groei. Als in het voer bepaalde essentiële vetzuren ontbreken, kunnen er problemen met het hart en de lever ontstaan, bovendien kan de koi last krijgen van vinerosie. Vetten hebben een laag smeltpunt en worden dan ook gemakkelijk door de koi verteerd. Bij koi worden vetten opgeslagen in de lever. Als ze oud voer krijgen kunnen ze daar ziek van worden of dood aan gaan. Helaas kunt u aan de buitenkant niet zien of het voer nog goed is, daarom is het beter om voer in kleine hoeveelheden te kopen; grote hoeveelheden gaan te lang mee. Houd voer nooit van het ene jaar op het andere over.
Koolhydraten: Vormen ook een energiebron voor koi, maar koi zetten de koolhydraten minder snel om dan allesetende vogels of zoogdieren. Te veel koolhydraten kan leiden tot een buitensporige opslag van deze stoffen in de vorm van glycogeen, wat dan uiteindelijk weer kan leiden tot een hartstilstand.
Vitaminen:Zijn essentieel voor de normale stofwisseling en groei van koi, vooral in de paaitijd. Vitaminen bezitten een complexe structuur en hoeven maar in kleine hoeveelheden in het voer aanwezig te zijn, maar vitaminegebrek kan ertoe leiden dat de koi ziek wordt. Vitaminen kunnen in 2 categorieën worden verdeeld: vitaminen die in vet oplosbaar zijn en vitaminen die in water oplosbaar zijn. Vitaminen die in vet oplosbaar zijn,komen in verschillende vormen voor, kunnen slechts langzaam worden omgezet en kunnen opgeslagen worden in het lichaamsvet. Een teveel van deze vitaminen kan leiden tot de situatie die bekendstaat als hypervitaminosis; afhankelijk van de soort vitamine kan de koi hier ziek van worden. Vitaminen die in water oplosbaar zijn, kunnen gemakkelijk worden opgenomen en worden meestal niet uitgescheiden. Merkvoer bevat alle essentiële vitaminen in meer dan voldoende hoeveelheden, zodat men er bijna van uit kan gaan dat de koi van de hobbyisten geen last zullen krijgen van vitaminegebrek.
Mineralen:Hebben ook een functie in het stofwisselingssysteem; bovendien hebben ze hun eigen taken, zoals de opbouw van het geraamte, osmoseregulatie; de opbouw van de zenuwen en het instand houden van de gaswisseling in het bloed. Er is weinig bekend over mineraalgebreken bij koi, waarschijnlijk omdat koi de meeste mineralen opnemen uit het water. Gewoonlijk bestaat 12% van het voer uit mineralen in de vorm van as.
Geschikt voedsel voor de koi.
De hoeveelheid en het soort voedsel dat u uw koi geeft, zal aan de grootte van de koi liggen. Het meeste merkvoer is gemaakt op basis van granen met verschillende toevoegingen die bedoeld zijn om de kleur te versterken of om de stofwisseling te stimuleren. Kies voer uit dat klein genoeg is om ook door de kleinste koi in de vijver te worden gegeten, anders kunnen die omkomen van de honger. Als u kleine en grote koi door elkaar houdt, kunt u een mengsel geven van grof en fijn voer. Houd altijd in de gaten of de kleine koi wel genoeg eten. Het meeste koivoer is in 2 vormen verkrijgbaar; voer dat blijft drijven en voer dat zinkt. Koi leven van nature op de bodem; voer dat zinkt, is op zich beter geschikt voor koi. Dit voer wordt gemaakt door de voedingsstoffen onder hoge druk door een mal te persen. De stoffen worden bijeengehouden door vetten; het duurt een hele tijd voordat het voer in koud water oplost. Het nadeel van dit voer is dat u uw koi niet ziet eten. Gelukkig eten koi ook van het wateroppervlak af en u kunt uw koi zelfs handtam maken zodat ze uit uw hand eten. Er is speciaal 'opgeblazen' voer verkrijgbaar, dit voer is gestoomd zodat er een laagje om het voer heen komt te zitten zodat het voer niet meteen in het water oplost. (Als het laagje in het water is opgelost,zinkt het voer wel.) Een tweede voordeel van drijvend voer is dat u snel kunt zien wanneer koi genoeg hebben gegeten. Het zinkende voer kan al gauw op de bodem van de vijver terechtkomen, waar het niet meer wordt opgemerkt, vooral in troebel water. Geef steeds net voldoende voer zodat alle voer na +/- 5 minuten op is. Het gehalte aan voedzame bestanddelen in voer wordt in gewicht uitgedrukt, niet in volume. Gewoonlijk zorgt 1 kg voer voor een gewichtstoename van 500 gr of zelfs 700gr bij gunstige omstandigheden. Geef de koi 's winters voer op basis van tarwekiemen; ze hoeven niet meer voer te hebben dan nodig is om net in leven te blijven, omdat het te koud is voor de koi om te groeien. Tarwekiemen zijn ook rijk aan vitamine E.
Voedsel om de kleur op peil te houden.
Koi worden zeer gewaardeerd om hun mooie kleurenpracht. Aan sommige soorten voer worden stoffen toegevoegd die ervoor zorgen dat de koi zijn natuurlijke kleuren behoudt. Caroteen versterkt de rode kleuring, maar als caroteen in te grote doseringen wordt gegeven, zal zelfs het witte pigment op de koi roze worden. Ook Spirulina platnesis versterkt de rode kleur, maar deze stof laat het wit niet naar roze verschieten; het is een soort alge die wordt gevonden en gekweekt in Mexico en die door de mensen daar wordt gegeten, aangezien het veel eiwitten bevat. Oorspronkelijk werd het aan koi gevoerd vanwege de voedingswaarde en niet vanwege de kleurversterkende werking. Nu deze laatste eigenschap bekend is, wordt het slechts een maand per jaar aan koi gegeven, gewoonlijk in september, maar het kan ook het hele jaar door, zelfs in de koudere perioden, bij temperaturen van 10 graden of meer. Soms geven koi-kwekers het een maand lang aan de koi voordat de koi te koop aangeboden worden, opdat de koi dan mooi op kleur zijn. Koi krijgen niet alleen door goed voer een mooie kleur. Gezonde vissen zien er veel kleuriger uit dan zieke exemplaren. Ook daarom moet u de koi goede leefomstandigheden bieden. Sterke rode en gele pigmenten worden goed ontwikkeld in water dat rijk is aan fytoplankton (eencellige plantjes).
Levend voer.
Koi zijn dol op levend voer,zoals kokkels,wormen en garnalen. Regenwormen kunnen het hele jaar door aan de koi worden gevoerd. Net als garnalen en kokkels bevatten ze veel eiwitten en ze zullen al snel het lievelingshapje van uw koi worden. 's Zomers vormen poppen van zijderupsen, die uit Japan worden geïmporteerd, gezonde eiwitbronnen. Geef deze poppen alleen zo nu en dan, omdat ze suikerziekteachtige aandoeningen bij koi kunnen veroorzaken. U moet levend voer niet het hoofdbestanddeel van het voedselpatroon van koi maken. U kunt levend voer beter als aanvulling op het hoofdvoer beschouwen. Als ze alleen maar levend voer krijgen, wordt de kans groot dat de koi ziek wordt door gebrek aan vitaminen of aminozuren.
Overig voer.
Koi zullen veel producten eten die in de vijver worden gegooid, maar veel dingen bevatten weinig of geen voedingswaarde en kunnen zelfs schadelijk zijn voor de koi. Bruin brood kan wel,maar wit brood bevat een milde vorm van bleekmiddel, wat juist helemaal niet goed is voor koi. Geef geen bonen, doperwten of maïs, aangezien koi niet in staat zijn het harde omhulsel van deze producten te verteren.
Maak jouw eigen website met JouwWeb