ziektes bij koi,s een

 

Visziekten

In dit overzicht vindt u informatie over de meest voorkomende visziekten.

Parasieten.


Trichodina :

Trichodina is een eencellige schotelvormige parasiet die op de huid en kieuwen voorkomt. Hij gebruikt de vis alleen maar als vervoersmiddel. Tijdens het vervoer hecht hij zich vast aan de vis en beschadigt zo de slijmhuid. Deze beschadigde slijmhuid kan weer aanleiding zijn tot snelle vermeerdering van deze parasiet. De parasiet kan tot in de vis en zelfs tot in de darmen doordringen, hij schaaft met zijn trilhaartjes het celmateriaal weg, en het celmateriaal gebruikt hij weer als voedsel. Trichodina doet het goed in vervuild water, en is dan ook vaak samen met andere parasieten te vinden.
 


Chilodonella :

Chilodonella is een ovale eencellige parasiet maar is geen echte zwakte parasiet. Hij komt en ontwikkelt zich ook op gezonde vissen. Op bijna alle zoetwatervissen komt hij voor. Vooral jonge vissen zijn gevoelig en lijden dan ook meer als oudere vissen. Een tijdige behandeling is dus zeker noodzakelijk. Aangetaste vissen vertonen onder meer ademhalingsmoeilijkheden door de aangetaste kieuwen. De vissen hangen meestal bij elkaar aan de oppervlakte naar lucht te happen. Soms liggen ze ook op de bodem. Verdere symptomen zijn schurende bewegingen, een doffe huid en het knijpen van de vinnen. De parasiet komt in eerste instantie voor in de kieuwen en in een later stadium ook op de huid en dan vooral tussen de kop en de rugvin. De aangetaste vissen produceren dan ook meer slijm wat de kenmerkende huidtroebeling geeft. De melkblauwe huidtroebeling geeft ronde tot ovale plekken en in hele erge gevallen wordt de huid dik en laat zelfs los. Ook de kieuwen zijn dan al volledig vernield, alleen de kieuwbogen zullen dan nog overblijven. Daarom is een tijdige constatering en behandeling ook noodzakelijk. Bij niet tijdige behandeling zal de vis doodgaan.

 

                                                 

Costia:

Costia is van de drie meest voorkomende eencellige parasiet die voor huidtroebeling verantwoordelijk zijn en de moeilijkst bestrijdbare. Een Trichodina infectie is het makkelijkste, gevolgd door de Chilodonella infectie, en dan dus de Costia. Costia is een flagellant en Chilodonella en Trichodina zijn silicaten. Onder de microscoop is Costia bij een vergroting vanaf 400 keer aan zijn tuimelende zwembeweging en zijn boonvormig uiterlijk te herkennen. Omdat de parasiet de plaats aantast waar de schubben in de huid vastzitten, is het moeilijk voor de koi om er vanaf te komen. De eerste kenmerken van een aantasting zijn overmatige productie van huidslijm, het lijkt net of er over de huid een laagje dichte grijze mist hangt waardoor de kleuren vervagen. De vinnen worden ook weer geknepen, maar de ademhaling is niet versneld. Dit is pas aan het einde van het ziekte verloop. Het vaststellen van de precieze aantasting kan alleen plaats vinden door middel van een huidafstrijkje van een levende vis, en microscopisch onderzoek van dit huidafstrijkje. Costia kan niet leven zonder gastheer en is dus een echte parasiet. Aantasting komt vaak voor door een te dicht bevolkte vijver en op reeds verzwakte vissen. Een gezonde vis wordt zelden besmet of heeft er geen last van. Vaak heeft de vis al verzwakking opgelopen tijdens te ruwe behandeling van vangst en transport. De vissen zijn dus lusteloos, ademen moeilijker, schuren zich op de bodem of hangen aan de oppervlakte, en de bewegingen zijn traag. Bij een massale infectie is de huid verwoest en heeft het een bloeddoorlopen uiterlijk.
 


Witte stip :

Witte stip is de meest bekende en voorkomende infectie bij vissen door trilhaardiertjes (silicaten) en is met het blote oog te herkennen aan de witte stippen op de vissen. Het ziektebeeld treedt meestal op na aankoop van nieuwe vissen. De witte stippen zijn een soort kleine blaasjes en bevinden zich onder de slijmlaag en zijn irriterend en veroorzaken schade die vaak weer een bacteriële infectie tot gevolg hebben. De parasiet boort zich als hij nog jong is door de slijmhuid heen. Het volwassen stadium van witte stip zit dus niet op de vis maar onder de slijmhuid en is zo goed beschermd. De parasiet bestaat uit allemaal trilhaartjes en is dan ook zeer beweeglijk. Witte stip maakt gangen tussen de opper en de lederhuid. Als de stip volwassen is breekt hij door de opperhuid heen en valt op de bodem. De parasiet heeft zich omhuld met een geleiachtige massa waaruit tussen de 250 tot 2000 cellen worden gevormd, de vermeerdering gaat dan ook zeer snel. Binnen 12 tot 20 uur verlaten de cellen het zwermstadium en gaan op zoek naar een gastheer. Dit moet binnen de 33 tot 60 uur gebeuren en  dit is dan ook de enige mogelijkheid om ze te bestrijden. We bestrijden ze dan gedurende 5 dagen en na 14 dagen herhalen we de kuur. Onder de microscoop is al vanaf 40 x de parasiet goed te zien. Alleen de volwassen parasieten hebben de typische U-vormige kern.
 


Karperluis :

De Karperluis ( Argulus ) is een van de meest voorkomende parasieten op vijvervissen. De Karperluis kan ongeveer 10 mm groot worden en heeft een ronde vorm met twee schotelvormige zuignappen. Tussen deze zuignappen zitten de naaldvormige delen van de mond, waarmee de Karperluis zich door de huid van vis dringt. De klieren van de Karperluis produceren een vergif wat door de holle naalden stroomt. Met zaagachtige bewegingen van de mond breekt de Karperluis het aangetaste weefsel open. De schade die ze bij de vis aanbrengen bestaat uit het onttrekken van bloed vloeistof en weefselsappen. Op de plaats waar een Karperluis heeft gezeten vormt zich een opvallende rode plek op de vis. De huid van de vis raakt sterk geïrriteerd door de aanwezigheid van de Kaperluizen. De vis zal gaan schuren en uit het water gaan springen. Op de verwondingen kan ook weer een infectie van bacterieel of schimmels komen. Als de vis niet snel behandeld wordt is hij meestal reddeloos verloren.

De levenscyclus van de Karperluis is als volgt:

De volwassen Karperluizen zitten met hun zuignappen op de vissen. De volwassen vrouwtjes verlaten de vis om hun eitjes te leggen in gelatineachtige capsules, waarna de jonge Karperluizen diverse groeistadia doorlopen waaruit ze steeds weer vervellen. Bij watertemperaturen van boven de 16 graden stoppen de vrouwtjes met het leggen van de eitjes


 

Wormen. 


Gyrodactylus of huidworm :

Gyrodactylus of huidworm behoort tot de homogene trematoden. Hun grootte varieert van 0,2mm tot 1,2mm. Ze hebben geen ogen, het hoofdeinde is gesplitst en op elk uiteinde bevinden zich kanaaltjes die een kleverige substantie uitscheiden. Het achterdeel heeft twee grote haken en de rand van het achterdeel heeft 16 kleine haken. Ze hechten zich vast met deze haken in het huidweefsel van de vis en veroorzaken zo grote en ernstige schade en irritatie. Het bindweefsel wordt vernield en de huid laat los. Er komt dan vaak ook nog een bacteriële infectie bij.

De huidwormen zijn levendbarend. Na de zelfbevruchting ontwikkelen de wormen zich in de buikholte van het ouderdier. Vaak zijn er meerdere generaties in de buikholte te vinden, soms wel vier generaties en dit is te zien onder de microscoop bij een vergroting van 200x tot 400x.


Vissen met een aantasting zijn te herkennen aan een vermagering. Door minder eetlust, schichtig en schurend zwemmen, donkerkleuring en aan een blauwgrijs slijmerig huidbeslag. Bij een afstrijkje is onder de microscoop bij een vergroting van tussen de 50x en de 100x al een duidelijk beeld te zien van de snel bewegende huidwormen.
 


 

Dactylogyrus of kieuwworm :

Dactylogyrus of kieuwworm behoren tot de monogene trematoden. Ze variëren in grootte van 0,5 mm tot 2 mm. Ze hebben 4 ogen waarmee ze donker en licht kunnen onderscheiden en ze planten zich voort via de eieren die ze leggen. De haakstructuur die ze hebben dient als vast hechtingsorgaan. Dit zijn meteen de grote verschillen tussen kieuw en huidwormen. Voor de rest lijken de kieuw- en de huidworm heel veel op elkaar. De 4 ogen vallen meteen op bij een onderzoek met een microscoop bij een vergroting van 50x tot 100x. Gelukkig hebben de larven ook al 4 ogen en kunnen we ze dus goed onderscheiden van de larven van de huidworm. De kieuwworm legt zijn eieren in de kieuwen van zijn gastheer, hoe meer zuurstof er in het water zit hoe meer eieren hij legt. Na het leggen van de eieren sterft de parasiet.

Besmette vissen zijn te herkennen aan schichtig zwemmen, slechte groei, ze zijn donkerder gekleurd en ze schuren met een van de kieuwzijden. In een later stadium krijgen ze ademnood. Behandelingen moeten meestal 2 maal herhaald worden omdat de eieren anders niet gedood worden.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb